Voor de longfunctie professional

Nieuwe Reversibiliteitscriteria: Een Dilemma voor het longfunctielab

Met de recente updates in de richtlijnen van zowel de European Respiratory Society (ERS) als de Global Initiative for Asthma (GINA), staan longfunctieprofessionals in Nederland voor een belangrijke vraag: welke criteria moeten we volgen voor het meten van reversibiliteit bij astma?

ERS 2024 Richtlijnen: 10% ten opzichte van Referentiewaarde

De ERS heeft in haar nieuwste richtlijn de definitie van significante reversibiliteit aangepast naar een toename van FEV1 met ten minste 10% ten opzichte van de referentiewaarde. Dit markeert een belangrijke verandering in de interpretatie van spirometriegegevens, omdat de focus nu ligt op de voorspelde normale waarden voor de patiënt, wat kan helpen bij een nauwkeurigere diagnose en behandeling.

GINA 2024 Richtlijnen: Blijft bij 12% ten opzichte van Pre-bronchodilatatorwaarde

Aan de andere kant blijven de GINA-richtlijnen voor 2024 vasthouden aan de oude standaard van een 12% verbetering ten opzichte van de pre-bronchodilatatorwaarde. Deze discrepantie tussen de twee vooraanstaande richtlijnen kan verwarring veroorzaken bij longfunctieanalisten, spirometristen en artsen, vooral in een tijd waarin de NVALT (Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose) heeft aangekondigd de GINA-richtlijnen te zullen volgen.

Impact op Longfunctiepraktijken in Nederland

De meeste longfunctieafdelingen in Nederland werken momenteel nog met de 12% ten opzichte van de pre-bronchodilatatorwaarde, zoals voorgeschreven door de GINA-richtlijnen. De recente aankondiging van de NVALT om de GINA 2024-richtlijnen te volgen, betekent dat deze praktijk waarschijnlijk zal voortduren. Dit kan echter leiden tot inconsistenties, vooral gezien de ERS-richtlijnen vaak als de gouden standaard worden beschouwd in Europa.

De Toekomst: Wachten op Harmonisatie

Het is te hopen dat de GINA-update van 2025 deze discrepantie zal adresseren en mogelijk de criteria zal harmoniseren met die van de ERS. Een uniforme set richtlijnen zou het diagnostische proces vereenvoudigen en de zorgkwaliteit voor astmapatiënten verbeteren.

Conclusie

Voor nu moeten longfunctieprofessionals in Nederland zich bewust zijn van deze verschillen en blijven werken volgens de richtlijnen die door hun lokale en nationale organisaties worden aanbevolen. Het is essentieel om op de hoogte te blijven van toekomstige updates en de ontwikkelingen in de internationale richtlijnen te volgen.

Voor meer gedetailleerde informatie en de volledige richtlijnen, raadpleeg de volgende bronnen:

Met deze kennis kunnen we voorbereid zijn op toekomstige veranderingen en bijdragen aan een betere longgezondheid voor onze patiënten.

Reacties

Geef een reactie